Marieke van Delft, De Material Evidence in Incunabula-database (MEI) en incunabelen gedrukt in de Lage Landen

Add Your Heading Text Here

7,00

De Material Evidence in Incunabula-database (MEI) en incunabelen gedrukt in de Lage Landen

Marieke van Delft in De Gulden Passer, vol. 102 (2024), nr. 2, pp. 69–83

Beschrijving

Dit artikel beschrijft de Material Evidence in Incunabula-database (MEI). De database is bedacht door Cristina Dondi, opgezet door het Consortium of European Research Libraries (CERL) en verder ontwikkeld in het kader van het 15cBOOKTRADE-project. MEI biedt een gestructureerde beschrijving van de herkomst van incunabelen van 700 bibliotheken wereldwijd. Deze werden gecreëerd door de boeken te beschrijven met het boek in de hand of door herkomstgegevens te uploaden. Dit heeft geresulteerd in de beschrijving van 16.132 edities in 65.730 exemplaren (mei 2024).

Dit artikel onderzoekt hoe je de gegevens van mei kunt gebruiken voor statistisch onderzoek, zowel door gebruik te maken van de zoekmogelijkheden van de database als de gegevens te downloaden in een csv-bestand. Op het moment van het onderzoek waren er 1.334 edities van incunabelen uit de Lage Landen in 3.066 exemplaren beschreven in mei. Uit de analyse blijkt dat veel van de vroege edities die in de Lage Landen werden gedrukt, naar het Verenigd Koninkrijk en Duitsland gingen. Deze kwantitatieve analyse wordt vertekend omdat er veel meer beschrijvingen van incunabelen uit bibliotheken in het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Italië in de database voorkomen dan uit bijvoorbeeld Duitse of Franse bibliotheken. Bovendien is er een verschil tussen de volledigheid en kwaliteit van de records. Sommige boeken worden in MEI beschreven met het boek in de hand. Deze kunnen compleet zijn, maar soms worden belangrijke kenmerken weggelaten om tijd te besparen of omdat bepaalde kennis niet beschikbaar is. Andere records werden automatisch geüpload. Dan is soms de provenanceinformatie niet goed over verschillende herkomstblokken verdeeld. De inconsistentie in de kwaliteit en volledigheid van de records maakt een kwantitatieve analyse moeilijk en minder betrouwbaar dan men zou willen. Maar dit artikel laat zien dat MEI wel degelijk kan worden gebruikt om tendensen te laten zien als de onderzoeker de resultaten met zorg interpreteert.

MEI kan ook helpen bij het reconstrueren van bibliotheken van vroegmoderne boekenverzamelaars zoals Pietro Antonia Bolongaro Crevenna (1735–1792) en laat zien dat zijn collectie zich over de wereld en door de jaren heen heeft verspreid. Ook individuele boeken of edities kun je zo volgen, of de verspreiding van boeken van specifieke auteurs om te onderzoeken hoe hun ideeën het publiek bereikten. MEI is een project in ontwikkeling en zowel de ongelijke vertegenwoordiging van bepaalde regio’s als verschillen in de volledigheid van de beschrijvingen beïnvloeden de resultaten die de database kan aanleveren. Veel van deze aspecten zullen aan bod komen in het volgende project waarvoor Dondi financiering kreeg, Printing Revolution and American Collections: the migration of cultural heritage at times of political change, dat wordt gefinancierd door het Fondo Italiano per la Scienza (FIS).