Studiedag: De bronnen van de biograaf
Met het colloquium De bronnen van de biograaf op 30 maart 2023 wil het Letterenhuis in samenwerking met de VUB en Literatuur Vlaanderen de aandacht vestigen op wat bronnen te bieden hebben voor biografen – en voor welke uitdagingen ze hen stellen.
De bronnen van een biograaf zijn vrijwel eindeloos: de boeken van schrijvers en hun autobiografische teksten, dagboeken en brieven – intiem of zakelijk. Er zijn de manuscripten en aantekeningen, factuurtjes en verzekeringspolissen, foto’s en schilderijen. Ook allerlei soorten interviews bieden informatie. De meeste bronnen zijn te vinden in de archieven van instellingen en privépersonen. Ze komen boven water door intensieve zoektochten, of per toeval – soms als een biografie al gepubliceerd is. Nieuwe bronnen kunnen dan weer leiden tot een ander perspectief op een al eerder gebiografeerde auteur.
We gaan het debat aan over de betrouwbaarheid, toegankelijkheid of de staat van de bronnen. Ook willen we uitzoeken wat de geldelijke bronnen van de biograaf zijn: hoe krijgt deze zijn onderzoek en uitgave gefinancierd en gepubliceerd? En ook: welke auteurs verdienen een biografie – en brengen dus wellicht nieuwe bronnen boven water? Kunnen we studenten tot biograaf opleiden? Wat is de impact van steeds meer digitale bronnen op een biografie?
Bovenal brengt deze dag biografen, onderzoekers, schrijvers en geïnteresseerden uit Nederland en Vlaanderen samen om hun passie voor de (schrijvers)biografie te delen.
Met Maria Vlaar, David Veltman, Sigrid Bousset, Johan Vanhecke, Dieter Vandenbroecke, Ellen Van Pelt, Bert Govaerts, Manu van der Aa, Hans Vandevoorde, Anne Provoost, Elisabeth Leijnse, Studenten VUB, Karin Amatmoekrim, Bertram Mourits, Matthijs de Ridder, Patrick Peeters, Greetje Heemskerk, Rudy Vanschoonbeek.
PROGRAMMA
8.50u Deuren Letterenhuis open
9.15-9.20u Nele Hendrickx, directeur Letterenhuis – Welkom
9.20-9.40u Maria Vlaar – Het echte leven
Maria Vlaar gaat in op wat de Spaanse schrijver Andrès Barba een ‘elementair aspect van de geschiedschrijving’ noemt: dat elke biografie onvermijdelijk fictie is. Is dat zo? Hoe belandt de biografie in een roman en waar bevindt zich de fictie in een biografie? Is het bronnenmateriaal wel vrij van fictie? En verdwijnt de waarheid dan in de kieren? Aan de hand van A.S. Byatt, Doireann Ní Ghríofa, Anjet Daanje en andere schrijvers die spelen met het genre van de biografie onderzoekt Vlaar de poreuze grenzen van life writing, waar fictie en werkelijkheid elkaar raken.
9.45-10.05u David Veltman – Ander brongebruik of gebruik van andere bronnen? Grensoverschrijdende perspectieven op de hedendaagse Nederlandstalige biografie
De hedendaagse biografie bevat meer dan voorheen informatie over de manier waarop de auteur zijn bronnen selecteert en welke beperkingen dat brongebruik oplevert. Een moderne biograaf kan evenwel onbeperkt gebruik maken van de grote hoeveelheid bronnen die beschikbaar zijn gekomen via het internet. Voor elk levensverhaal, hoe marginaal ook, kan daardoor wel een historische context worden gevonden. Deze ontwikkeling heeft verregaande gevolgen voor de manier waarop biografen hun onderwerp kiezen en het grensoverschrijdende perspectief dat ze daarbij hanteren. In zijn lezing zal David Veltman deze stelling toetsen aan de hand van drie recente Nederlandstalige biografieën.
10.10-10.40u Pecha Kucha – Biografen over bijzondere of onverwachte bronnen (1)
De laatste decennia zijn er veel schrijversbiografieën geschreven, vaak mede op basis van de collectie van het Letterenhuis. Niet zelden neemt een archiefstuk een sleutelpositie in de biografie in of werpt het een heel nieuw licht op de auteur. Twee keer drie biografen vertellen over een bijzondere of onverwachte bron.
Sigrid Bousset over Ivo Michiels
Johan Vanhecke over Hendrik Conscience
Dieter Vandenbroecke over Joris van Severen
10.45-11.15u Koffie
11.20-11.50u Pecha Kucha – Biografen over bijzondere of onverwachte bronnen (2)
Ellen Van Pelt over Roger van de Velde
Bert Govaerts over Felix Timmermans
Manu van der Aa over Alice Nahon & Paul-Gustave van Hecke
11.55-12.15u Hans Vandevoorde – De bommen van de B2’s. Over explosieve bronnen voor een biograaf
Niet ontsloten archieven zijn een Fundgrube voor de biograaf. Het meest geniet Hans Vandevoorde in het Letterenhuis van de zogenaamde B2’s en B3’s: de brieven aan en de brieven over. Met die laatste kun je een auteur als het ware zijdelings benaderen, bijvoorbeeld via brieven van familieleden. De B2’s van August Vermeylen zijn Vandevoordes grootste vreugde geweest, in het bijzonder acht mappen met 2500 niet-gerepertorieerde brieven: rekeningetjes voor de radio van mevrouw Vermeylen, brieven van zijn huurders of werkmannen in huis, heel veel Franstalige correspondentie (waaronder die van een reeks vriendinnetjes) en niet te vergeten de brieven van Isidora Duncan, E.L.T. Mesens, Anna Seghers, Hans Prinzhorn, Jules Renard en vele anderen.
12.20-12.35u Studenten VUB – Wie verdient een biografie? (1)
Studenten Nederlandse literatuur (tweede bachelor, VUB) pleiten met korte filmpjes over Nederlandstalige auteurs – gedebuteerd tussen 1850 en 1945 – voor een biografie van de schrijver in kwestie.
12.35 -13.30u Lunch en bezoek aan het depot van het Letterenhuis
13.35-13.55u Anne Provoost – De bronnen van ‘Kinderen van de IJzer’ – van biografie naar fictie
Anne Provoost werkt al jaren aan wat ze gaandeweg ‘een project’ is gaan noemen. Ze maakt een gefictionaliseerde reconstructie van de evacuatie van frontkinderen uit de Westhoek tussen 1915 en 1918. Door in de Westhoek het biografische verhaal van haar eigen grootmoeder te vertellen, maakt ze bij anderen de herinneringen aan wat de frontkinderen indertijd over deze jaren hebben verteld weer wakker. Met deze bronnen komt ze tot een ‘biografie’ van de – voornamelijk vrouwelijke – protagonisten van een unieke reddingsoperatie waarbij een kleine twintigduizend kinderen betrokken waren.
14.00-14.20u Elisabeth Leijnse – De waarheid achter het behang? Over het probleem van veelgeciteerde onbetrouwbare bronnen voor een biografie van Maurice Maeterlinck
Een wetenschappelijk verantwoorde biografie van Maurice Maeterlinck (1862-1949) is er nog niet, maar biografische en (semi-)autobiografische teksten zijn er volop. Vaak haken zij op elkaar in en ze worden tot vandaag de dag geciteerd. Voor een ‘wetenschappelijke’ biograaf van Maeterlinck is de betrouwbaarheid van deze bronnen cruciaal. In haar bijdrage geeft Elisabeth Leijnse een typologie van veelgeciteerde onbetrouwbare bronnen met voorbeelden – en stelt een strategie voor om als biograaf met dit soort bronnen om te gaan.
14.25-14.40u Studenten VUB – Wie verdient een biografie? (2)
14.45-15.15u Koffie
15.20-15.40u Karin Amatmoekrim – Zwarte schrijvers en hun publiek: hoop, wanhoop, bronnen en interpretatie
Is er een verschil tussen het schrijven van een biografie (over in dit geval Anil Ramdas, 1958-2012), en het schrijven van een roman (over Anton de Kom, 1898-1945)? Gebruik je andere bronnen, gebruik je bronnen anders? Karin Amatmoekrim gaat hierop in en staat ook stil bij zaken als waardering, (on)bekendheid en interpretatie van het werk en het leven van de (post)koloniale zwarte intellectueel.
15.45-16.30u Panelgesprek – De financiële bronnen voor een biografie
Hoe krijg je een biografie gefinancierd? Wat zijn de consequenties van een biografie in opdracht? Hoe lang kun je een biograaf steunen? Heeft een uitgeverij productiesteun nodig? En gebeurt er genoeg om biografen te ondersteunen? Bertram Mourits (Literatuurmuseum) gaat in gesprek met Matthijs de Ridder (VAV, auteur, biograaf), Patrick Peeters (Literatuur Vlaanderen), Greetje Heemskerk (Nederlands Letterenfonds) en Rudy Vanschoonbeek (Uitgeverij Vrijdag).