Description
Deze bijdrage onderzoekt als casus de preventieve maatregelen die de Antwerpse drukker Balthasar II Moretus (1615–1674) nam om de materiële veiligheid van zijn gezin te verzekeren tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648). In de laatste jaren van deze schier eindeloze oorlog deed het Staatse leger een laatste poging om de havenstad Antwerpen op de Spanjaarden te heroveren. Toen de belegering van Antwerpen haast onvermijdelijk leek, vreesden de inwoners voor zware plunderingen. Daarom nam een vooruitziende Balthasar Moretus zijn voorzorgen. In oktober 1645 verborg hij de eigendomsakten van zijn vastgoed en een selectie van de familiejuwelen in een baal brevieren. Vervolgens verscheepte hij de baal naar de Amsterdamse boekverkoper Hendrick Barentsz. Aan deze goede vriend in het territorium van de vijand gaf hij de opdracht om de baal te bewaren tot het gevaar was geweken. Gelijktijdig aan het vertrek van de baal stelde Balthasar Moretus een noodpakket samen. In een koffer stopte hij reservekledij, zilverwerk en contant geld. Hij verborg het noodpakket op zolder onder de enorme voorraad gedrukte boeken.
Toen het Staatse leger enkele weken later de vestingstad Hulst veroverde, stuurde Balthasar Moretus opnieuw twee kisten naar Hendrick Barentsz in Amsterdam. De ene kist bevatte hoofdzakelijk het zilverwerk van zijn moeder Maria de Sweert. In de andere kist stopte hij een selectie van zijn eigen zilverwerk.
De volgende zomer gaf Balthasar Moretus al voor de start van de veldtocht aan Barentsz de opdracht om zijn waardevolle bezittingen te retourneren. Het Staatse leger heeft Antwerpen in de zomer van 1646 nooit echt kunnen bedreigen. De veldtocht zorgde wel voor hinder en oponthoud voor het retourtransport. Uiteindelijk kreeg Balthasar Moretus de laatste kist pas in de loop van oktober weer in zijn bezit.